Bijen en imkers

De honingbij leeft niet solitair maar in een groep, elk met een eigen koningin. Zo’n groep noemen wij, imkers, een ‘volk’ en wij doen alles om het zo’n volk naar de zin te maken! Volken zonder imker zoeken onderkomen in holle bomen, spouwmuren of schoorstenen maar imkers huisvesten elk volk in een korf of kast.

Het volk leeft van nectar en stuifmeel, het laatste met name van belang voor de jonge bijen. Dus zorgt de imker dat er voldoende bloemen rondom de kast te vinden zijn binnen een reikwijdte van zo’n 3 km, een gebied dat bijen van oost naar west en van noord naar zuid als hun broekzak kennen.
Niet alle planten en bomen zijn even interessant, we onderscheiden ze in drachtplanten voor nectar en/of stuifmeel met kwalificatie. Het stuifmeel heeft allerlei kleuren en wordt door de bijen vervoerd in ‘korfjes‘ op hun achterpootjes. Heeft u wel eens goed gekeken of u een zwaarbeladen bij van bloem naar bloem zag gaan? Bestuiving op en top, want bij het rondscharrelen op de bloem laat de bij ook wat stuifmeel achter op de stamper!
De stuifmeelkorfjes worden door de bijen in de kast geleegd en het stuifmeel wordt opgeslagen in de zeshoekige cellen. De nectar wordt ook in dergelijke cellen opgeslagen en deze verandert in honing na indampen wat het gevolg is van de hoge temperatuur die de bijen constant weten te houden. Honing kent u allemaal en is de oogst van menig imker. Als de nectar voldoende is ingedikt tot honing sluiten de bijen de cel met een wasdekseltje af.

Het volk kan gezien worden als een individu dat zich voortplant door afsplitsing. U heeft vast wel eens van een ‘zwerm‘ gehoord, een magnifiek en magisch fenomeen waarbij een gedeelte van het volk haar koningin meeneemt en op zoek gaat naar een nieuw onderkomen; het is werkelijk een wolk van bijen als ze vliegen, maar een tros als ze rusten.
Het bijenrestant in de kast die niet mee konden of mochten is niet zo onsamenhangend als je zou denken want er is al een nieuwe koningin gekweekt! Zij moet alleen nog een hachelijke tocht ondernemen om bevrucht te raken; op zoek naar de mannen (dat zijn de ‘darren’) op vrijersvoeten …
Het gros van de imkers zal proberen een zwerm te voorkomen of een zwerm te vangen zodat deze bijen onder beheer blijven en geen overlast voor de mensen in de buurt veroorzaken.
Wanneer de koningin is bevrucht keert ze terug naar de kast waar ze het volk kan laten groeien door eitjes te leggen in de zeshoekige cellen, het broed. Dit kan ze als alles goed gaat zo’n 3 jaar blijven doen van het vroege voorjaar tot de late zomer.

In de winter heeft de imker rust omdat de bijen dan ‘overwinteren’. Zeker geen winterslaap want er gebeurt genoeg in de bijenkast, maar er wordt geen nectar of stuifmeel gehaald en zwermen is er helemaal niet bij, daarvoor is het volk teveel gekrompen en is de buitentemperatuur te laag.